donderdag 29 april 2010

Filmbeelden

Hierbij 2 links naar Youtube filmpjes. Dit zijn onze filmbeelden.

http://www.youtube.com/watch?v=zHkR8FOOk4s

http://www.youtube.com/watch?v=qAIamiUcNfU

Moving storyboard van commercial 1

dinsdag 27 april 2010

Onderzoek Commercial 2

Doelgroepen – Ouders en Kinderen – Primair en secundair.

Doel en doelgroepen 'Groente en fruit in achterstandswijken'

Het doel van het project is het bepalen van de effectiviteit van twee, reeds voor andere doelgroepen effectief gebleken methoden: peer education en voedingsadvies op maat. Deze moeten de determinanten om meer groente en fruit te gaan eten, verbeteren bij 9- tot en met 12-jarige kinderen met een lage sociaal-economische status en hun ouders. De meeste mensen met een lage SES zijn zich niet bewust zijn van hun lage groente- en fruitconsumptie. Daarom zijn de determinanten 'bewustwording, kennis, attitude en eigen-effectiviteit' van belang.

Primair 9-12-jarigen
Omdat bij de schooljeugd de daling van de groente- en fruitconsumptie het grootst is, krijgt deze groep prioriteit. De primaire doelgroep bestaat dan ook uit kinderen van 9 tot 12 jaar. De secundaire doelgroep wordt gevormd door de ouders van deze kinderen. De ouders worden bij het project betrokken omdat zij veel invloed hebben op het eetpatroon van de kinderen en omdat betrokkenheid van de ouders de effectiviteit van een voedingsinterventie bij kinderen verhoogt. Zo hoeven kinderen van ouders met een lage sociaal-economische status vaak minder groente te eten van hun ouders dan andere kinderen. De tertiaire doelgroep bestaat uit intermediairen, zoals leraren, kookdocenten, buurthuismedewerkers en diëtisten.

http://www.voedingscentrum.nl/ActiesEnAchtergronden/Acties/Groente+en+fruit/Achterstandswijken/Doel+en+doelgroepen+Groente+en+fruit+in+achterstandswijken.htm


Met een doelgroep wordt een bepaald soort mensen bedoeld die de reclamemakers willen bereiken.
Een doelgroep voor waspoeder reclame is bijvoorbeeld mensen tussen 20 en 55 jaar en dan vooral huisvrouwen. Dat soort tv-reclames wordt dan ook uitgezonden tussen programma’s zoals ‘Goede Tijden Slechte Tijden’ omdat dan vooral deze doelgroep kijkt.

Snoepreclames worden, niet zoals je zou verwachten ‘s morgens tussen de kinderprogramma’s uitgezonden, maar juist tussen programma’s zoals het ‘Jeugdjournaal’ en ‘Klokhuis’. Dit wordt gedaan omdat dan de ouders meestal meekijken en de ouders zijn uiteindelijk degenen die het product moeten kopen.
Eigenlijk kun je hier spreken van twee doelgroepen die in één reclame bereikt moeten worden.

De tijdstippen waarop reclames uitgezonden worden zijn dus heel belangrijk. Maar ook de kijkcijfers zijn erg belangrijk. Als er naar een bepaald programma meer mensen kijken, zien ook meer mensen de reclame.
Aan de hand van de kijkcijfers wordt dan ook de hoogte van de prijs voor reclame bepaald.
Niet alleen op televisie heeft men te maken met doelgroepen, maar ditzelfde geldt ook voor reclame op bijvoorbeeld de radio, op internet en affiches. In een bushokje bij scholen wordt juist de student het snelst bereikt.

Ook bij het bereiken van bepaalde doelgroepen kan men zich afvragen of het ethisch verantwoord is. Is het bijvoorbeeld wel goed dat kinderen door reclame bereikt worden tussen jeugdprogramma’s in.
Heel veel kinderen laten zich beïnvloeden door reclames o.a. door de reclame op tv en de reclamefolders die mensen thuis krijgen. Heel vaak zijn die folders ongevraagd bij je bezorgd, zo'n post die je ongevraagd krijgt heet 'junkmail'. Kinderen en jongeren worden om een aantal redenen beïnvloed door de fabrikanten:
Ten eerste omdat ze veel geld te besteden hebben.
Ten tweede omdat de kinderen veel invloed hebben op de aankopen van het gezin hier hang daar een overzicht van.

Één derde van de jeugd beslist mee over de aankoop van bijv. een computer. De laatste reden is dat kinderen veel geloven van wat er in een reclame verteld wordt. Veel jongeren en kinderen kopen dan alleen spullen van die reclames.

Reclame moet opvallen. Consumenten onthouden dan beter om welk product het gaat.
Reclame moet vooral kinderen aanspreken. Producenten vinden die groep juist heel belangrijk.

Niet alleen om het zakgeld dat ze krijgen, want dat is meestal veel te weinig om er flink aan te verdienen. Maar kinderen hebben meestal ook een grote invloed op de merken frisdrank, broodbeleg, snoep of zoutjes die er worden gekocht. Daar komt nog bij dat kinderen de consumenten van de toekomst zijn. Wat ze nu willen hebben kopen ze waarschijnlijk later, als ze wel meer geld hebben, ook.

http://www.companyconsulting.nl/00000195ab022a697/00000195ab0232fa0/index.html




0 – 4 jaar
Voor peuters is behaaglijkheid de belangrijkste behoefte: je op je gemak voelen in een veilige omgeving. Daarna is play belangrijk: spelen dus. Daarna is behulpzaamheid belangrijk, omdat het kind niet alles zelf kan.

4 – 8 jaar
Bij kleuters en oudere kinderen staat spelen op de eerste plaats. Daarna komen behaaglijkheid en connectie: samen met anderen dingen doen. Prestatie wordt voor kinderen in deze leeftijd steeds belangrijker


8 – 12 jaar
Spelen is voor deze kinderen niet zo belangrijk meer. In plaats daarvan zoeken 8 tot 12-jarigen vooral naar connectie in wat ze doen. Verder vervullen prestatie en autonomie (dingen zelf doen) een belangrijke plaats in hun behoeften.

Al deze dingen worden door reclamemakers meegenomen als ze een reclame gaan bedenken. Deze reclames hebben vaak verschillende effecten:

(…)

Eisen van kinderen
Kinderen zelf hebben eigenlijk weinig last van reclame. Dat komt doordat vooral jonge kinderen reclame zien als een kort programma en niet als een manier om iets te verkopen. Kinderen vinden belangrijk dat een reclame aan verschillende eisen voldoet:

* simpel
* kort
* duidelijk
* humor
* fantasie
* tempo

http://www.schooltv.nl/eigenwijzer/?vak=1540934&thema=1540888&onderwerp=1540884&item=941374&nr=2157348&template=templates%2Finfoblok.jsp



Wist u dat?

- Kinderen een hele interessante markt vormen
De Kidsmarketing markt in Nederland bestaat intussen uit 2,5 miljoen jongens en meisjes tussen de zes en twaalf jaar oud en wordt geschat op 200 miljoen Euro aan besteedbaar budget. Elk kind heeft per maand gemiddeld 12.17 Euro te besteden.

- Kinderen de aankoop van producten zwaar beïnvloeden.
9 op de 10 jongeren stelt de aankoop van bepaalde producten voor tijdens de wekelijkse boodschappen. De meerderheid van de ouders (84%) verklaart dat die aankopen worden aanvaard. Het gemiddelde voorschrijfpercentage per product is:

Snoep 97 %
Schoolmateriaal 80 %
CD, computerspellen, DVD, Hifi 70 %
Ontbijtgranen 67 %

(Bron OIVO, Belgie, www.oivo-crioc.org)

- Nederlandse ouders een eigen mening hebben over kinderreclame
55 procent van de Nederlandse bevolking van 15 jaar en ouder, zou reclame gericht op kinderen tot 6 jaar willen verbieden. 45 procent zou zelfs reclame op kinderen tot 12 jaar willen verbieden. Daarnaast wil nog eens 46 procent reclame via scholen als verboden beschouwen. (Bron: Intomart in opdracht van de Adformatie, weekblad over reclame, marketing en media, september 2003)

- De Nederlandse reclamecode het volgende zegt:
Reclame op televisie mag minderjarigen niet tot de aankoop van een bepaald product aanzetten door te profiteren van hun onervarenheid of hun goedgelovigheid.
Reclame op televisie mag minderjarigen niet rechtstreeks aanzetten tot het overreden van ouders of anderen tot de aankoop van producten waarvoor reclame wordt gemaakt.
(Bron: reclamecode Artikel 13.2)

- De Nederlandse politiek intussen ook actief is
Agnes Kant, fractielid, SP, heeft begin 2003 een verzoek aan de regering geplaatst om een experiment te houden met een reclamevrij jeugdblok, gebaseerd op de zorg dat jonge kinderen moeilijker onderscheid kunnen maken tussen fictie en werkelijkheid.

Medy van der Laan, D66, Staatsecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, heeft daarop op 18 november 2003 een reactie geschreven waarin zij niet pleit voor een reclameverbod, omdat dat tegelijkertijd de kwaliteit van kindertelevisie zou aantasten, maar waarin zij een aanscherping van de reclamecode, een verbetering van de zelfregulering van de reclame- en mediabranche door het bijdragen aan mediaopvoeding met lespakketten voor scholen, het vergroten van de weerbaarheid van kinderen als belangrijke alternatieven noemt.

http://www.reklamerakkers.nl/index.php?PageId=32

Definitief concept met scenario voor commercial 1

Concept scenario
3 jongeren zitten in het bos lekker te chillen en te genieten van een kampvuur, muziek en drank.

Uit verschillende hoeken horen ze gerommel uit de bosjes en kijken elkaar verbaasd aan.

Twee vrienden vertrouwen het zaakje niet helemaal en gaan een kijkje nemen en lopen het bos in.

Van achteren komt de ‘ moordenaar’ op hen aflopen en een van de vrienden hoort hem aankomen. Hij schrikt en tikt de ander aan. Ze rennen hard weg.

De ene vriend valt en staat op het punt om vermoord te worden. De andere vriend rent echter nog steeds verder weg en ziet ineens een fiets staan. Hij pakt de fiets en fietst zo snel als hij kan weg.

De ‘ moordenaar’ staat bij de jongen die zojuist gevallen was en raapt hem op. Ze beginnen te lachen en roepen de jongen terug die op de fiets zit. Echter is hij door de snelheid van de fiets al zo ver weg, dat hij hen niet hoort.

De fiets wordt nog uit verschillende hoeken gefilmd om zo een speciaal effect te creeren waardoor de fiets er uit ziet als een machtsmiddel om te ontkomen. De beelden komen hierbij op pauze om de fiets aan te prijzen. Denk hierbij aan woorden als; fast, flexible, safe enzovoort.

De eindshot bevat neutrale beelden van de fiets met daarbij onze slogan “ There is no faster way, (name)“.

INDIEN TIJD
De 2 overgebleven jongeren zitten samen met de moordenaar lekker te chillen en proosten op de geslaagde grap.

Benodigdheden voor filmdag Commercial 1

Benodigdheden tot nu toe

Camera - Sander
Statief - Sander
Geluid - Sander
Kettingzaag - Rick
Kampvuurbenodigdheden - Leroy
Kleding moordenaar - ..
Masker moordenaar - ..
Fiets - Leroy
Bouwlamp - ..
Wieletjes voor camera - Sander

Filmdag
6 mei

Lokatie
Bos in Waspik

Bijeenkomsten gehele project

maandag 26 april 2010

Notulen bijeenkomst

Taakverdeling
Erwin – Concept met scenario ontwikkelen
Sander – Storyboard maken
Rick – Filmen (testen en beelden verzamelen), onderzoek commercial 2
Dennis – Moving storyboard maken
Leroy – Filmen (testen en beelden verzamelen)

Met de groep; gehele concept uitwerken met verhaallijn.

Dit alles moet a.s. donderdag af zijn en opgestuurd worden naar projectbegeleider.

Filmdag voor commercial
Donderdag 6 mei

donderdag 22 april 2010

Notulen bijeenkomst

Te doen
- Individueel enkele concepten verzinnen die te maken hebben met het thema; macht. (dit thema is tot stand gekomen tijdens de projectbegeleiding van afgelopen donderdag).

- Maandag en dinsdag verschillende filmtechnieken uitproberen.
- Beelden verzamelen die ons idee, onze look en onze feel van de commercial explicieter aanduiden.

- 1 definitief concept uitwerken met scenario en verhaallijn.

- Storyboard maken voor dit concept.
- Moving storyboard maken voor dit concept.


- Lokaties, figuranten en acteurs regelen voor onze commercial (indien nodig).
- Overige hard en software regelen om commercial op te nemen.


- Voor commercial 2 dieper onderzoek doen (zie projectdocument)

--
Taakverdeling wordt later bekend gemaakt, omdat we ons eerst bezig gaan houden met ideeen voor een concept en deze met de groep gaan uitwerken tot een definitief concept met scenario en verhaallijn.

Taakverdeling + 3 schetsconcepten Commercial 1

Dit zijn de gedane zaken voor de eerste projectbijeenkomst.

Erwin - uitwerken concept 1 (commercial 1)
Rick - uitwerken concept 2 (commercial 1)
Leroy - uitwerken concept 3 (commercial 1)
Sander - onderzoek voor commercial 2
Dennis - onderzoek voor commercial 2


De 3 concepten met verhaaluitwerking
- Een omafiets is beter dan een BMX fiets (kwaliteit)
- Een fanatieke wielrenner wordt ingehaald door een fiets (snelheid)
- Een fietser is comfortabeler dan een motor (betrouwbaarheid)

Uitgewerkte concepten
- Een omafiets is beter dan een BMX fiets;
Een man op een BMX fiets fietst over een skatepark om tricks te gaan doen. Vervolgens komt er een man op een omafiets die, voordat de BMX fietser iets kan doen, vette tricks doet op zijn omafiets.

Dit alles wordt in een skatepark in de openlucht gedaan op een mooie zonnige dag. In het begin van de commercial laten we het skatepark eerst rustig zien waarna de fietsers komen.

Ondertussen in het filmpje willen we met special effects het beeld pauzeren, zodat er tekst in beeld kan komen om de fiets aan te prijzen waarom deze beter is en als boodschap komt er bij te staan dat een onze fiets kwalitatief beter is dan een BMX fiets en op elk front inzetbaar is.


- Een fanatieke wielrenner wordt ingehaald door een fiets;
Een wielrenner rijdt op een verlaten weg in het bos een geeft alles dat hij heeft. Hij hijgt, puft en is moe van de weg die hij aan het ‘beklimmen’ is.

In een bocht wordt hij echter ingehaald door een man op een fiets en na enkele meters ziet de wielrenner dat ze een flitspaal naderen. Deze flitspaal flitst als de fiets er voorbij fietst.

De wielrenner stapt van zijn fiets af en haalt zijn schouders op terwijl hij naar zijn eigen fiets kijkt.

De foto van de geflitste fiets komt in beeld en als boodschap komt er bij te staan dat onze fiets heeft alles wat snelheid moet hebben; versnellingen, goede banden en een goede wegligging.


- Een fietser is comfortabeler dan een motor;
Een man doet thuis een motorpak aan, waarna hij op zijn fiets stapt. Hij fietst een eindje en ziet een groep motorrijders staan, die flink lawaai maken met hun motors om indruk te maken.

De fietser in motorkleding parkeert naast de motorrijders, en de motorrijders kijken verbaasd naar de fietser (ze houden ook stil van verbazing). De fietser maakt dan ook het gebaar en het geluid dat hij gas geeft aan het stuur. De fietser vindt zich met zijn fiets net zo stoer of misschien wel stoerder dan de motorrijders.
De fietser fietst weer weg en de motorrijders blijven hem verbaasd nakijken en als boodschap komt er bij het wegfietsen te staan dat onze fiets net zoveel comfort en betrouwbaarheid geeft dan een motor. Je merkt geen verschil.